2024 is een schrikkeljaar. Hoewel vrijwel iedereen wel weet wat dat inhoudt, is de geschiedenis van de extra dag in februari niet bij iedereen bekend. Waarom bestaat 29 februari en wat zijn de effecten op de economie?

Om te begrijpen waar de schrikkeldag vandaan komt, moeten we kijken naar onze kalender. Deze kalender werd gevormd – of eigenlijk hervormd – ten tijde van de Romeinse veldheer en heerser Julius Caesar, die in de eerste eeuw voor Christus leefde. Hij voerde de zogenoemde Juliaanse kalender in.

Caesar paste de jaarkalender aan op advies van astronoom Sosigenes uit Alexandrië. Het Romeinse jaar telde aanvankelijk 355 dagen, met verschillende maanden die 29 dagen hadden. Doordat deze jaren eigenlijk te kort waren, sloten de maanden niet aan bij de seizoenen. Hierdoor moest er om de twee jaar een zogenoemde schrikkelmaand van 27 dagen worden ingevoerd.

In het jaar 46 voor Christus besloot Caesar tot een hervorming van de jaarkalender en voerde hij eenmalig drie schrikkelmaanden achtereen in, en werkte zo de achterstand op de seizoenen weg. Vervolgens werden overwegend maanden van 30 of 31 dagen ingevoerd en kreeg een jaar 365 dagen, zoals nu.

Toch was het daarmee nog niet klaar. De aarde draait namelijk niet in precies 365 dagen rond de zon, daar heeft de planeet 6 uur langer voor nodig. Om in de pas te blijven lopen met de seizoenen, besloot Caesar dat eens in de vier jaar een schrikkeldag ingevoerd moest worden. 6 uur maal 4 is immers 24 uur, oftewel een hele dag.

Schrikkeljaar van Julius Caesar was nog niet perfect

De finale hervorming van de moderne jaarkalender volgde in de 16e eeuw, onder Paus Gregorius XIII – vandaar de Gregoriaanse kalender, die we tot op de dag van vandaag hanteren. Er was namelijk een probleem met de berekening die in de tijd van Caesar was uitgevoerd. Het ging om een onnauwkeurigheid die men pas eeuwen later zou opmerken, toen er een verschil van tien dagen tussen de maanden en seizoenen was ontstaan.

In 1582 voerde paus Gregorius een aangepaste kalender in. Besloten werd dat alleen eeuwjaren die door 400 gedeeld kunnen worden (1900 bijvoorbeeld niet, 2000 wel) schrikkeljaren zouden zijn, omdat er anders iedere 400 jaar drie dagen te veel zouden zijn. Een kleine aanpassing dus, maar wel een belangrijke.

Nu kun je je afvragen wat wij daadwerkelijk merken van de 29 februari die we eens in de vier jaar meemaken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelde in 2008 dat de economische groei iéts hoger ligt in een schrikkeljaar, omdat er een dag meer geproduceerd wordt.

LEES OOK: De 14 belangrijkste veranderingen voor je portemonnee per 1 januari 2024